2008      
2008      

The survival of the folly
De Vechtoeverfolly van Marcel Blekendaal

Ruimtelijke ‘practical jokes’ zijn het, architecturale bouwsels zonder direct aanwijsbare functie. Ze zijn niet neergezet om in te wonen of te werken en lijken zich volledig te onttrekken aan de regels van de architectuur met haar economische, sociale en functionele begrenzingen. Veel follies ontstonden in de achttiende-eeuwse tuinkunst. Landschappelijke parken werden opgesierd met schilderachtige objecten en exotische gebouwen als tempels, mausolea, namaakruïnes in gotische stijl en Chinese paviljoens. Door de eeuwen heen hebben de fantasierijke en vaak gedurfde follies ieders verbeelding geprikkeld.

Marcel Blekendaal (Maarssen) is een hedendaagse follybouwer. Ook zijn follies en ‘architectuurduplicaten’ hebben niet meteen een duidelijke functie. Zijn ‘bouwsels’ lijken op het eerste oog vreemd, onlogisch en zelfs nutteloos. Bij nader inzien tonen ze karakteristieken van de omringende bebouwing, of brengen een gedenkwaardige gebeurtenis in herinnering. Toch zullen snelle voorbijgangers de follies misschien niet eens opmerken, doordat ze bijna als vanzelfsprekend aan een omgeving zijn toegevoegd. Aangezien het werk van Marcel Blekendaal duidelijke architectonische elementen bevat en soms een zekere bruikbaarheid impliceert, heeft hij geen bezwaar tegen het daadwerkelijke gebruik van de objecten. De Vechtoeverfolly die hij voor Vreeland (gemeente Loenen) maakte, kan bijvoorbeeld gebruikt worden als aanlegsteiger, openbare barbecue, verblijfsplek of duivenhok. Enige voorwaarde die de kunstenaar stelt is dat de oorspronkelijke staat van het beeld gewaarborgd blijft. In vroeger tijden was de Vecht de levensader van het dorp Vreeland en bevond er zich vlakbij een belangrijk knooppunt in het openbaar vervoer. Men kon er van de trekschuit overstappen op de koetsen richting Hilversum en station Loenen. Inmiddels is het openbaar vervoer sterk gemoderniseerd en wordt dit deel van de Vecht alleen nog gebruikt door partyschepen en pleziervaart. Het pittoreske Vreeland met zijn ophaalbruggen en monumentjes van huizen verandert in het toeristisch hoogseizoen in één grote aanlegsteiger. Ook op de plaats van de Vechtoeverfolly kan ’s zomers even worden aangelegd om te wachten voor één van de bruggen in het dorp. In het beeld zijn allerlei verwijzingen naar de directe omgeving en de geschiedenis van de dorpskern verwerkt. Ook buiten het hoogseizoen zal de folly zich hierdoor als vanzelfsprekend voegen in de omgeving. De basis van het beeld bevindt zich op gelijk niveau met het jaagpad en loopt aan de ene kant uit in een ‘aanlegsteiger’ en aan de andere kant in een ‘perron’. Op het kruispunt staat een cortenstalen bouwwerk met een puntig dak, in maat refererend aan wachthuisjes, waterstaatswerkjes en theekoepeltjes. De vorm van het dak is gelijk aan die van de naastgelegen bebouwing, en de vorm van de duivenpoortjes verwijst naar het voormalige kasteel Vredelant. Het geroeste staal moet het idee versterken dat het werk er al sinds lang staat, maar ook dat het zijn oorspronkelijke functie in een ver verleden heeft verloren.